Niet alle ADHD-patiënten zijn gelijk
ADHD kent veel verschijningsvormen. Het ene kind met ADHD is het andere niet. Dat suggereert neuropsycholoog Patrick de Zeeuw in zijn onderzoek waarop hij op 13 oktober promoveert aan de Universiteit Utrecht.
Op basis van eerder wetenschappelijk onderzoek definieerde De Zeeuw 3 soorten psychische functies waarin kinderen met ADHD kunnen afwijken van gezonde kinderen.
Kinderen met ADHD zijn slechter in het remmen van gedrag, ze vinden het moeilijk impulsen te onderdrukken.
Daarnaast zijn ze minder beloningsgevoelig, hun gedrag is moeilijk te sturen via complimenten en straf. Als laatste hebben ADHD-kinderen problemen met gevoel voor tijd en timing. Ze hebben moeite met inschatten wanneer dingen gaan gebeuren of wanneer zij weer kunnen gaan praten in een gesprek.
Met deze kennis liet De Zeeuw 57 kinderen met ADHD en 83 gezonde kinderen via de computer neuropsychologische tests doen. Via de tests spoorde hij afwijkingen in de drie soorten gedrag op. Van de kinderen met ADHD die problemen hadden bij het uitvoeren van deze tests, had 80% slechts in één van de drie soorten gedrag een afwijking.
Dat wil zeggen dat de meerderheid van de kinderen die gedrag slecht kunnen onderdrukken, meestal juist geen problemen hebben met beloningsgevoeligheid of met timing. Of dat kinderen die minder gevoelig zijn voor beloningen juist minder problemen hebben met onderdrukking of timing.
‘ADHD kent veel verschijningsvormen’, vertelt De Zeeuw.
‘Het ene kind met ADHD is het andere niet. Toch is het overheersende idee in de wetenschap dat ADHD veroorzaakt wordt door een afwijking op één plaats in de hersenen. Dat is niet de goede weg, denk ik.’
‘In mijn onderzoek laat ik zien dat meerdere neurobiologische wegen naar ADHD kunnen leiden. Het kan ons denken over ADHD veranderen. Als we binnen de stoornis verschillende typen patiënten onderscheiden, kunnen we in de toekomst die patiënten wellicht ook passender behandelen.’
Bron:
UMCU
http://gezondheid.blog.nl/kinderen/2011/10/11/niet-alle-adhd-patienten-zijn-gelijk
Tweede Kamerlid Lea Bouwmeester (PvdA) wil via een initiatiefnota een aanpassing van de richtlijn ADHD bewerkstelligen.Er zou naast medicatie ook meer aandacht moeten zijn voor andere behandelmethoden zoals gedragstherapie en neurofeedback.Ook zouden huisartsen geen diagnoses meer mogen stellen. Hoort het onderwerp ADHD nou eigenlijk wel of niet in de politiek thuis?
Artsen moeten volwassenen beter screenen op ADHD.
De ziekte wordt vaak ten onrechte met jongeren geassocieerd. Driekwart van de ADHD’ers houdt op latere leeftijd ook klachten. Alleen wordt de stoornis bij volwassenen slecht herkend en nog minder vaak afdoende behandeld. Dat blijkt uit een onderzoek van het Trimbos-instituut in opdracht van het ministerie van Volksgezondheid.
Lees meer: ADHD ook bij volwassenen
Kinderen met de aandachtsstoornis ADHD kunnen daar weinig aan doen.
Dat ze zo druk zijn, komt in ieder geval deels door hun DNA. Dat blijkt uit een vergelijking van 366 kinderen met ADHD en 1047 kinderen zonder deze stoornis.
Lees meer: ADHD zit in de genen
Ben je minder vaak betrokken bij ongelukken als je langwerkend methylfenidaat gebruikt in plaats van kortwerkende medicijnen?
Of … kan je de behandeling met langwerkend methylfenidaat langer volhouden dan met kortwerkend?
Of … wissel je minder vaak van therapie als je een langwerkend medicijn gebruikt?
Al deze vragen lijken positief te kunnen worden beantwoord. Een groot Amerikaans onderzoek uit 2006 heeft dit aangetoond.